Waarom juist nu?
In de opdracht komen de uitgangspunten en randvoorwaarden voor de herdenking te staan. De keuze voor bepaalde uitgangspunten hangt samen met de actuele situatie. Is er behoefte aan een herdenking? Waaraan is dan precies behoefte?
Herdenken één jaar na de ramp is anders dan vijftien of dertig jaar daarna. In de loop van de tijd vinden mensen een manier om met de gevolgen van een ramp te leven. Dat wordt weerspiegeld in de herdenkingen. Waar in het begin doorgaans rouw en gemis centraal staan, verschuift dat later steeds meer naar herinneren en ontmoeten. In de loop van de jaren neemt de behoefte aan een gezamenlijke herdenking voor mensen ook af. Het plannen van een herdenkingsbijeenkomst start dus met de vraag:
Waarom moet er juist nu een herdenking komen? Welke afwegingen zouden er kunnen zijn om het niet op dit moment te doen?
-
Wat leeft er onder de betrokkenen, bestaat er bij hen behoefte aan een (landelijke) herdenking? Hoe weten en meten we dat?
-
Is er in de samenleving aandacht voor de ramp, leeft het bij de bevolking? Is er media-aandacht te verwachten (bijvoorbeeld omdat het een lustrumjaar is, of omdat er nieuwe informatie is rond de ramp) en vinden we dat belangrijk of niet?